De jaren zestig vormen niet alleen Freek de Jonge, maar veranderen ook een hele samenleving. Hij brengt deze jaren, tussen de Cubacrisis ( 1962) en de maanlanding (1969) , door in Goes waar zijn vader godsdienstleraar is geworden. Na een optreden op een schoolavond is zijn diepste verlangen komiek te worden á la Toon Hermans. De Zeeuwse jaren is het derde deel van Freeks memoires en geeft een onthullend beeld van hoe voorgeschiedenis en tijdgeest een van de meest succesvolle cabaretiers hebben voortgebracht die Nederland rijk is...
Lees verder...